Ondernemingsraad en (collectief) ontslag
Ondernemingsraad en regeling ontslagbeleid
Volgens artikel 27, lid 1 onderdeel e, heeft de ondernemingsraad instemmingsrecht op een regeling
op het gebied van aanstellingsbeleid, ontslagbeleid en bevorderingsbeleid. Een regeling op het ontslagbeleid kan bijvoorbeeld voortkomen uit:
• regeling met betrekking tot vervroegde uittreding
• een sanctiebeleid, waar uiteindelijk ontslag een onderdeel van vormt
• het afspreken of er wel/niet een exitgesprek plaats vindt
Het gebruik van PBM’s (Persoonlijke Beschermings Middelen, een regeling m.b.t. arbeidstijden (en te laat komen), omgang met gevoelige bedrijfsgegevens, gedrag, enz. zijn voorbeelden van regelingen, waarbij ontslag een mogelijk eindpunt kan zijn. Belangrijk hierbij is, dat als een regeling leidt tot ontslag dat de ondernemingsraad hierover wordt geïnformeerd, zodat hij kan toetsen (achteraf weliswaar) of de regeling wordt toegepast zoals deze is overeengekomen.
Toetsing ontslag bedrijfseconomische redenen door het UWV?
Een recent onderzoek van de Inspectie SZW (de vroegere arbeidsinspectie) wijst uit dat het UWV slecht toetst of ontslagaanvragen door bedrijven om bedrijfseconomische redenen wel terecht zijn.
Enkele cijfers over ontslagaanvragen tussen juli 2015 en 1 januari 2017:
• 26.894 aanvragen, waarvan 53,1% door werkgevers weer werd ingetrokken, 40,1% werd toegekend en slechts 6,8% van de aanvragen werd geweigerd
• éénderde van het aantal medewerkers waarop de ontslagaanvraag betrekking had was van mening dat er geen sprake was van bedrijfseconomische redenen
• meer dan de helft van de aanvragen was incompleet
• er ontbreken duidelijke richtlijnen bij het UWV om deze ontslagaanvragen te beoordelen
• eigenlijk gaat het UWV uit van de juistheid van de aangeleverde gegevens
Dit betekent dat ondernemingsraden hier extra belangrijk worden.
Uitvoeringsregels ontslag UWV vernieuwd
Of deze vernieuwing voortkomt uit bovenstaand onderzoek is niet duidelijk, wel gaat het UWV beter kijken naar de betrokkenheid van de medewerkers, danwel de vertegenwoordiging daarvan, bij ontslagaanvragen. In veel gevallen zullen ontslagaanvragen om bedrijfseconomische redenen gekoppeld zijn aan een onderwerp van artikel 25 WOR, adviesrecht lid 1.:
• beëindiging van (een onderdeel van) de werkzaamheden (c)
• belangrijke inkrimping van werkzaamheden (d)
• belangrijke wijziging in de organisatie van werkzaamheden (e)
In de nieuwe uitvoeringsregels is vastgelegd dat het UWV meer gaat controleren of het advies van de ondernemingsraad al is gegeven (nog niet duidelijk is of het UWV ook naar de inhoud daarvan kijkt).
Indien er geen ondernemingsraad is, dan zijn de regels vanuit artikel 35b en 35c van de WOR van toepassing, namelijk adviesrecht voor de personeelsvergadering óf de personeelsvertegenwoordiging (PVT) indien het besluit van invloed is op minimaal een kwart van het aantal medewerkers.
Indien een dergelijk advies nog niet is gegeven dan beschouwt het UWV de ontslagaanvraag als prematuur én krijgt de werkgever 8 dagen de tijd om alsnog een dergelijke betrokkenheid van het personeel te overleggen.